Hoe doodgewoon is de dood?

Angst en vrees
Tot het midden van de 20e eeuw was de dood een geaccepteerd deel van het leven. De meeste mensen stierven thuis, binnen hun eigen gemeenschap. Dankzij de medische vooruitgang is er veel veranderd. We leven langer en de meesten van ons sterven in een ziekenhuis of instelling. Doodgaan is meer en meer een gemedicaliseerd proces geworden en komt steeds verder van ons af te staan. De trieste waarheid is dat velen van ons nog nooit van dichtbij een sterven hebben meegemaakt. Angst is het gevolg en velen ervaren zelfs afgrijzen bij de gedachte aan een dood lichaam. Onze collectieve angst maakt dat we onvoorbereid zijn op het moment dat we met ziekte en dood worden geconfronteerd. En ons onvermogen wakkert de angst alleen maar aan.

Doodgewoon
De beweging die nu wordt gemaakt en die lijnrecht tegenover de angstige en met vrees omgeven dood staat, is die naar de ‘doodgewone dood’. Want de dood wordt door velen (nog) als een taboe ervaren en taboes zijn er in deze tijd om doorbroken te worden, zo lijkt het. De dood hoort bij het leven en is normaal. De dood moet dus bespreekbaar zijn. In zekere zin is dat waar, want in Nederland sterven ongeveer 375 mensen per dag en dat betekent dat in ons land ruim 135.000 mensen per jaar overlijden. Doodgewoon dus. En toch, bekruipt me daarbij een raar gevoel. Hoezo, doodgewoon? Net als het aantal overlijdens is het aantal geboortes in Nederland zo groot, dat je beide gebeurtenissen als alledaags en doodnormaal zou kunnen beschouwen in een mensenleven. Maar niets is minder waar. Een ieder die zelf of in familie- of vriendenkring een geboorte meemaakt, weet hoe we even uit ons dagelijkse bewustzijn worden opgetild en een glimp mogen opvangen van een andere dimensie. Met geboorte en dood hangen bewustzijnservaringen samen die we verstandelijk, noch kunnen verklaren en beredeneren noch kunnen bevatten.

Moed
Hoe kunnen we onze angst voor de dood transformeren? Niet door te doen of de dood doodgewoon is en ook niet door onze angst te verdringen of te ontkennen. Angst wordt getransformeerd door deze te erkennen en onder ogen te zien: ‘Ik heb angst, ja ik heb angst, ik mag angst hebben.’ In plaats van onze angst te projecteren, maken we de beweging naar binnen. En daar….diep van binnen, daar kan iets nieuws ontstaan. Het vraagt moed, maar volgens Rainer Maria Rilke is dat uiteindelijk het enige wat van ons wordt gevraagd:

‘Dat we de moed hebben het vreemdste, eigenaardigste en onverklaarbaarste dat we tegen kunnen komen, onder ogen te zien. Dat de mensheid in dit opzicht laf is geweest, heeft het leven oneindig geschaad. De ervaringen, die visioenen worden genoemd, de hele zogeheten ‘geesteswereld’, dood, al die dingen die ons zo na zijn, zijn door ze dag in dag uit te ontwijken, zo verdrongen uit het leven, dat de zintuigen waarmee we ze hadden kunnen bevatten, afgestompt zijn.’

Een diep geworteld mysterie
Ik zou willen dat de dood weer zijn oorspronkelijke plek terugkrijgt in ons dagelijkse leven. Niet de dood die met angst en vrees omgeven is, niet het andere uiterste nl. de dood die doodgewoon is, maar de dood als een mysterie. Een mysterie dat zo diep geworteld is dat de mens zich er niet meer voor kan of wil afsluiten. En misschien, misschien kunnen we dan op een dag met onze innerlijke zintuigen de dood zien voor wat die werkelijk is.

Ineke Visser (Koedam) werkte in hospices als vrijwilliger, coördinator, trainer en onderzoeker voor Peter Fenwick (UK) naar end-of-life-experiences. Zij is initiatiefnemer en voorzitter van het Landelijk Expertisecentrum Sterven en auteur van diverse boeken waar onder ‘In het licht van sterven, ervaringen op de grens van leven en dood’. Het is haar missie om bij te dragen aan verruiming van ons collectieve bewustzijn over sterven.